02.12.2021 - Julian Marx

Maastricht faalt


Maastricht faalt

Belangrijke lidstaten hebben jarenlang niet voldaan aan de EU-schuldregels. De laatste tijd heeft de EU-Commissie ze ondermijnd in plaats van ze te controleren.

In februari 1992 hebben de lidstaten van de Europese Unie (EU) zich er bij het Verdrag van Maastricht toe verbonden de convergentiecriteria in acht te nemen. Deze criteria hadden tot doel een harmonisatie van de prestatievermogens van de afzonderlijke nationale economische gebieden in de toen opkomende economische en monetaire unie te bevorderen en moesten de fundamentele economische stabiliteit en soliditeit van de EU waarborgen. De regels hiervoor werden vastgelegd in een verdrag en geratificeerd door de parlementen van de lidstaten. Maar dit hielp weinig.

In maart 2020 heeft de EU-Commissie voor het eerst de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact geactiveerd. De tekortlimiet van drie procent van het Verdrag van Maastricht, die de nieuwe schuld moet beperken tot drie procent van het bruto binnenlands product (BBP), werd aldus officieel opgeschort. In veel lidstaten leek dit een vrijbrief voor nieuwe recordtekorten.

Nu is het duidelijk: de enige landen in de Europese Unie waarvan het tekort in 2020 minder dan drie procent bedroeg, waren Zweden en Denemarken. In de rest van de EU hebben politici van de nieuw verworven speelruimte geprofiteerd, zoals de deels duizelingwekkende tekorten laten zien: 209 miljard euro nieuwe schuld in 2020 in Frankrijk (9,1 procent van het bbp), 158 miljard euro in Italië (9,6 procent), 145 miljard euro in Duitsland (4,3 procent). In totaal bedroegen de tekorten van de EU-staten vorig jaar 923 miljard euro. 

Toegegeven, de buitengewone crisissituatie tijdens de pandemie kan deze recordtekorten rechtvaardigen. Maar na de financiële crisis en de eurocrisis was dit al de derde keer in het recente verleden dat de schuld enorm is opgelopen. Onvermijdelijk rijst dan ook de vraag of de criteria van Maastricht überhaupt kunnen worden gebruikt om de gewenste sturende functie op de schuld van de lidstaten uit te oefenen; vooral omdat het in het verleden moeilijk is geweest een geloofwaardig sanctiemechanisme vast te stellen.

Belangrijke criteria regelmatig niet vervuld

Keer op keer hebben de lidstaten van de EU in de afgelopen jaren niet voldaan aan de criteria van Maastricht. Met name EU-zwaargewicht Frankrijk had vanaf het begin problemen met de tekortlimiet van drie procent en dringt nu samen met de EU-Commissie aan op een afwijking van de EU-schuldregels. Tussen 2000 en 2020 is de Franse staat er slechts in vijf jaar in geslaagd een tekort van minder dan drie procent te genereren - en slechts één keer sinds 2008 (zie grafiek).

Ook aan het tweede criterium van Maastricht, dat een referentiewaarde van 60% van het BBP voor de schuld van een lidstaat voorschrijft, wordt regelmatig niet voldaan, vooral door de grote landen van de EU. Eind 2020 hadden 13 van de 27 lidstaten een overheidsschuldquote van meer dan 60% van het bbp. In zeven gevallen bedroeg de schuldquote zelfs meer dan 100% van het BBP, waaronder grote EU-economieën zoals Frankrijk, Italië en Spanje.

De resultaten van de afgelopen jaren zijn dan ook nauwelijks indicatief voor de inspanningen van de EU-Commissie om tot een aanzienlijk beter begrotingsresultaat te komen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit in de nabije toekomst zal veranderen. Eerder het tegenovergestelde: de langetermijn begroting van de EU voor de jaren 2021 tot 2027 stelt nieuwe normen met geplande uitgaven van ongeveer twee biljoen euro. Dit omvat het bouwprogramma van de "Next Generation EU" van ongeveer 800 miljard euro, dat in eerste instantie wordt gefinancierd met leningen en miljarden aan overdrachten naar de lidstaten omvat.

Regels worden omzeild in het wederopbouwprogramma van de EU

De leningen hiervoor worden in de nationale begrotingscijfers echter niet naar evenredigheid opgeteld bij de schulden van de lidstaten, maar worden opgevoerd als schulden van de EU. In plaats van rente en aflossing zullen in de toekomst op het niveau van de lidstaten hogere bijdragen aan de EU-begroting worden betaald, die op hun beurt zullen (moeten) worden gebruikt om de EU-leningen terug te betalen. Praktisch gezien is de EU dus een soort tussenpersoon die de aflossingen van de lidstaten doorgeeft. Niettemin kunnen de bestaande begrotingsregels, die verband houden met de nationale begrotingsratio's, aldus met succes worden omzeild en kan een verdere inflatie van de schuldratio's voorlopig worden vermeden. De EU ondermijnt dus de facto haar eigen regels.

Is het dus nog te vroeg om het falen van de criteria van Maastricht aan te kondigen? De meestal inconsequente, herhaalde niet-naleving van de maxima door vele lidstaten in eerdere jaren doet twijfel rijzen over een geloofwaardige toepassing van de criteria van Maastricht. Bovendien omzeilt de EU-Commissie haar eigen fiscale regels met het bouwprogramma "Next Generation EU", op de naleving waarvan zij geacht wordt toe te zien. Misschien zou de eerlijkste aanpak zijn om de criteria van Maastricht eindelijk in de schuif te laten liggen waarnaar ze sinds maart 2020 officieel zijn gedegradeerd.

 

JURIDISCHE INFORMATIE

Dit document dient onder meer als marketingmateriaal.

De informatie in dit document en de meningen die erin worden geuit, weerspiegelen de standpunten van Flossbach von Storch Invest S.A. op het moment van publicatie en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Informatie over toekomstgerichte uitspraken weerspiegelt de opvattingen en toekomstverwachtingen van Flossbach von Storch Invest S.A. Desalniettemin kunnen de feitelijke ontwikkelingen en resultaten aanzienlijk afwijken van de verwachtingen. Alle informatie is met zorg samengesteld. Er kan echter geen garantie worden gegeven voor de juistheid en volledigheid. De waarde van een belegging kan dalen of stijgen en het is mogelijk dat u het geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgt.

In het verleden behaalde resultaten zijn geen betrouwbare indicator voor toekomstige resultaten.

Dit is geen aanbod om effecten te kopen of erop in te schrijven. De informatie en de schattingen in dit document vormen geen beleggingsadvies. De waarde van elke belegging kan dalen of stijgen en het is mogelijk dat u het ingelegde bedrag niet terugkrijgt. Voordat u een mogelijke investering doet, moet u met uw adviseur overleggen.

De informatie is onderworpen aan copyright, handelsmerk en industriële eigendomsrechten. Vermenigvuldiging, distributie, het beschikbaar stellen voor het ophalen of het online beschikbaar stellen van de video (overdracht naar andere websites), geheel of gedeeltelijk, in gewijzigde of ongewijzigde vorm, is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van Floosbach von Storch Invest S.A.. De omvang van de toestemming moet dan in acht worden genomen en er moet worden verwezen naar de herkomst van de reproductie en de rechten van Flossbach von Storch Invest S.A.

© 2023 Flossbach von Storch . Alle rechten voorbehouden .